De bloembakken aan de lantaarnpalen druppelen nog na van de watergevers. Twee werkmannen van de gemeente gaan met een tankauto alle geraniumbakken in de straat af. De druppelende bloembakken zijn een welkome en vrolijke douche voor de Utrechter die zijn fiets tegen de lantaarnpaal had gestald.
De weer app van mijn telefoon zegt me dat het nog steeds 36 graden is. Alweer een tropische dag. Ik heb verkoeling gezocht onder een parasol, me voor de derde keer ingesmeerd met factor 50 en ik bestel aan de lopende band drankjes met ijs er in. Vooral de koude jus d’ oranges is heerlijk. De andere bezoekers van dit terras denken er net zo over. Loom hangt iedereen in de rieten kuipstoeltjes te puffen, bezwangerd door de warmte.
Ik overweeg om zelf onder die bloemenbakdouche te gaan staan. De gedachten brengt me even de illusie van verkoeling, maar de moeite van het opstaan is me te veel. Ik puf een nieuwe warmte wee weg.
Een vuilniswagen rijdt voor. Een jongen stapt van de wagen om de vuilniszakken in het hijs-kiepmechanisme te smijten. Zijn werkmanspak ziet er dik en warm uit, maar met zijn zonnebril, cap en gouden ketting om zijn nek heeft hij meer weg van een rapper of hiphopper dan van een vuilnisman. Ik zie kleine zweetdruppeltjes parelen op zijn gezicht.
De vuilniszak scheurt. Sinaasappelschillen rollen over straat.
‘Godverdomme!’ vloekt de hiphop vuilnisman. Hij schopt tegen de oranje schillen en kankert tegen alles en de rommel op straat in het bijzonder.
Uit de cabine komt zijn collega op het gescheld af. Een gezellig gezette kerel met grijs haar die wel voldoet aan mijn beeld van een stereotype vuilnisman. Hij zit waarschijnlijk vlak voor zijn pensioen. Kordaat pakt de grijze man een bezem en een schep. Zonder mokken begint hij met het opruimen van de schillen.
‘De zak was veel te zwaar!’ tiert de hiphopper.
‘Het is de zon,’ probeert de grijze chauffeur van de vuilniswagen hem uit te leggen.
‘Als ik zeg dat die zak te zwaar is, dan is die zak te zwaar!’
‘De hele dag heeft de zon op die zakken gestaan,’ oppert de grijze chauffeur opnieuw, ‘zelfs die grote plastic containers kunnen dan scheuren,’ beweert hij.
‘Ik zeg je toch dat die zak te zwaar was!’ snauwt de hiphopper. Zijn gouden ketting danst woest rond zijn nek.
‘Ik heb dit vaker meegem…’
‘Te zwááháár!’ schreeuwt de hiphopper nu uit. Hij gelooft alleen nog zijn eigen verhaaltjes.
Een lid van de terrasbediening verschijnt op het toneel. Hij heeft twee mee neem bekers ice thee meegenomen. En een stoffer en blik.
‘Sorry…’ prevelt de jongen schuldbewust. Met de stoffer en blik schraapt hij de laatste sinaasappelschillen bij elkaar.
‘Geeft niet..,’ grauwt de hiphopper.
De hiphopper stapt met een kwaaie kop in de vuilniswagen. De grijze chauffeur kruipt achter het stuur. Ze moeten nog zeker twee uur samen vuilniszakken ophalen. Terwijl de zon schijnt. Het is nog steeds warm, warmer zelfs. De weer app geeft aan dat het nu 37 graden is! De geraniumbakken douche is al weer opgedroogd. Vanuit mijn middenrif voel ik een nieuwe warmte wee opkomen. Ik bestel preventief nog een nieuwe jus d’ oranges, met extra ijs.