SCHRIJVER

Rothko

Gepost door: In: Bijzonder Alledaags 26 Feb 2015 Reactie: 0

Rothko 1 Ik weet niet of ik moet huilen of lachen. Devoot schuifelen we door de zalen van Gemeentemuseum Den Haag, langs de enorme schilderijen van Rothko. Het pluimage in de stoet bestaat uit de crème de la crème van Neerlands amateur de l’ arte tot le plébiscite dat morgen een verhaal heeft bij de koffieautomaat.

 

Stiekem kijk ik de rij langs om te zien of iemand de tranen al vrij laat stromen. Niemand nog. Wel veel mensen met een mobieltje voor hun gezicht. In de verlichte schermpjes verworden de immense schilderijen tot ordinaire plaatjes voor de schermbeveiliging. Zo’n apparaat schept toch een afstand.

 

‘Rothko probeerde niet decoratief te schilderen,’ zegt de audiostem in mijn oortje, ‘hij wilde de beschouwer van zijn werk een emotionele ervaring bieden; sacraal of profaan, dat maakte hem niet uit.’ De onuitgesproken stuwende dwang van de aangroeiende rij achter mij verhindert om überhaupt de rust te vinden en bij de verstilde schilderijen a la minuut iets te voelen.

 

Vijftig centimeter van het doek af. Volgens de schilder zelf was dat de beste afstand om zijn werk te ondergaan. Helemaal opgaan in het schilderij, zo had hij het bedacht. De hekjes van het museum laten ons slechts tot honderd centimeter dichtbij komen. En die eeuwige groepsdruk van de rij…! Recalcitrant blijf ik midden voor één van zijn twee meter hoge Seagram schetsen staan. Het ijzerdraad van het hekje drukt in mijn schenen.

 

Rothko 2Opeens zie ik in de rechterbovenhoek een randje zakkers. De vlammend rode verf van het rechthoekige vlak is over de bruine ondergrond uitgelopen. Uitlopers zijn niet bijzonder bij Rothko; ik had al meer doeken gezien met uitlopers. Het frappante van deze zakkers is dat ze omhoog gedropen zijn…

 

Toen dit schilderij werd geschilderd was het zeker een halve slag gedraaid, of Rothko moet een geheime anti-zwaartekrachtinstallatie in zijn atelier hebben gehad. Heeft de briljante geest deze schets misschien op de kop geschilderd! Waarom niet, in die tijd schilderde de helft van de New Yorkse Avant-garde zelfs op de grond, dus waarom niet op de kop? Of heeft het museum dit werk per ongeluk verkeerd om opgehangen… En wat zegt dat over abstracte kunst, als je het ook verkeerd om op kunt hangen? Ik weet niet of ik moet huilen of lachen.

 

Of toch… Bij het inlopen van de volgende zaal herken ik meteen Victory Boogie Woogie, het onvoltooide laatste werk van Mondriaan. Een bloedrode Rothko hangt er gebroederlijk naast. Ook het laatste werk van hem, voordat hij zelfmoord pleegde. Twee eindpunten van twee schilders die hun leven lang zochten naar abstractie in hun werk om iets onzegbaars uit te drukken. Heimelijk slik ik even iets weg…

Sorry, het reactieformulier is gesloten op dit moment.