Ze wilde achteruit inparkeren. Haar witte Volvo C30 stond net voorbij het lege parkeervak voor het stadsterras. Het was de eerste zomerse dag van deze lente. Het frisse witbier stond triomfantelijk zomers in grote pullen op de kleine wankele bistrotafeltjes. Een afgeladen terras met een mêlee van mannen en vrouwen, zat achter het bier op kleine wankele bistrostoeltjes. Mensenkijkers. Publiek in de commentaarpositie. Een doordeweekse donderdagmiddag, net na vier uur.
De witte Volvo kwam langzaam achteruit in beweging. Het terraspubliek viel stil, in afwachting van het schouwspel “die je wist dat zou komen”. Ze stuurde veel te laat in, zag één van de mannelijke toeschouwer naast me meteen. Ze ging het niet redden, wist een andere kenner al. Ze zou sowieso niet uit komen, was de consensus in het publieksvak. En ze kwám ook niet uit; haar Volvo bleef halverwege het parkeervak steken als een voetbal in het zijnet: hij ging er niet in.
Vinnig gaf de bestuurster gas – gelukkig in d’r vooruit – de witte Volvo spoot weg, om vervolgens aan de andere kant van de straat in één beweging een andere vrije plaats op te sturen. Te bruusk, zeiden de kenners om me heen. De Volvo ging heen en weer tussen een tamelijk dikke plataan en een zwarte Volkswagen Transporter. Heen en weer en heen en weer. Zigzaggend kroop haar witte C30 bij elke tien centimeter voor- of achteruit verder binnen de lijnen van het parkeervak. Tot ze – om onverklaarbare redenen – toch haar wielen weer ruim het vak uit stuurde. “Ga niet langs de parkeerautomaat, maar direct naar af.” Er klonk een gesmoord: ‘Aahh…’ uit het publieksvak, het terras met kenners snapte niet hoe ze deze kans kon missen.
Op het terras circuleerde op dat moment al bierviltjes met schematische schetsen waarop te zien was hoe je in twee stuurbewegingen je auto achteruit kon inparkeren. Het zag er logisch en redelijk uit.
Inmiddels waren twee mannen uit het publiek half opgestaan uit hun kleine wankele bistrostoeltje. Met hun mouwen opgestroopt en hun handen in de zakker keken ze ongemakkelijk naar de inparkerende Volvo alsof ze hun thuisclub met twee man meer op het veld zagen verliezen van een tegenstander zonder keeper. Juist op dat moment reed de zwarte Volkswagen Transporter in het parkeervak voor de witte Volvo weg. Het terras met publiek hield de adem in, dit was een schot voor open doel die je niet mocht missen. Met een ruk hikte de Volvo vier meter naar voren, stond daar abrupt stil en de motor sloeg af. De koppeling, fluisterde een kenner me toe, maar de rest van het terras slaakte een zucht van opluchting.
Aan de overkant van de straat stapte de bestuurster van de witte Volvo chagrijnig uit. Haar bruine halflange haren piekten wild om haar hoofd. Haar dunne witte blouse plakt doorzichtig tegen haar natte rug. Ze had witte BH bandjes. Dat kon je zien. Het zag er niet sexy uit. Zonder het publieksvak een blik of kushandje te gunnen, dribbelde ze op hoge hakken pinnig van haar auto weg. Een bruine leren tas schommelde aan haar smalle schouder. Over haar arm hing een blauwe spijkerjas. Tien passen verder draaide ze zich op één hak om, strekt haar arm richting de witte Volvo en… er gebeurde niets… Driftig liep ze drie passen terug, strekt haar arm weer, nu knipperen de oranje knipperlichten drie maal, de auto zei: tjoep, tjoep, tjoep. Het publiek dat was gaan staan, ging weer zitten en bestelde een nieuw rondje fris witbier.
Iets voorbij het parkeervak waar de witte Volvo C30 eerst wilde parkeren stopte een grijze Jeep Grand Cherokee 4 x 4. Langzaam reed de kolossale auto achteruit. De voorwielen draaiden naar rechts, de neus van de auto zwenkte naar het midden van de straat en de kont dook het vrije vak in. In de auto draaide de bestuurder met één hand snel rondjes met het stuur. De voorwielen draaiden naar links, de neus volgde de kont het parkeervak in. Zachtjes kwam de terreinauto tot stilstand. De wielen stonden vlak langs de trottoirband. Uit de auto stapte een bebaarde kerel met licht getinte zonnebril. Het kennerspubliek op het terras hief als één man hun bierglazen en juichte de bestuurder toe. 1 – 0! De baardman keek ons stoïcijns aan.
Sorry, het reactieformulier is gesloten op dit moment.