SCHRIJVER

Bloemenmeisje

Gepost door: In: Bijzonder Alledaags 27 Mar 2014 Reactie: 0

BloemenmeisjeBloemenwinkels zijn paradoxaal. Welbeschouwd zijn de fleurige bloemen die zij verkopen de lijken van wat eens levende planten zijn geweest. Wij kopen die dode bloemen voor feestelijke gelegenheden en worden daar dan vrolijk van.

 

Nu en dan bezondig ook ik mij aan deze lijkenpikkerij. Zo liep ik onlangs met een bakje bollen naar de kassa van De Bloemenhoek: Lentegevoel in een plasticbakje als cadeau. Deze bollen leefde ten minste nog, anders dan de afgesneden tulpen in de bak water verderop.

 

Het bloemenmeisje achter de kassa was zelf een vrolijke verschijning. Ze had ruim gebruik gemaakt van de poederkwast, haar wangen en voorhoofd waren egaal mat zonder een oneffenheid. In exotische kleuren scheen de felle oogschaduw mij tegemoet. En haar boerenblonde haren waren doorschoten met neonkleurig nylon nephaar.

 

‘Is het een cadeautje? Zal ik het inpakken?’ vroeg ze.
‘Ja, maar liever geen plastic, kan je het in papier inpakken?’ speelde ik mijn idealistische zelf.
‘Oh.., maar dan wordt het geen cadeautje…’ vond het feestelijk opgemaakte bloemenmeisje.
‘Doe toch maar,’ raadde ik haar streng aan.

 

Lichtelijk in verwarring zocht ze het inpakpapier voor lastige klanten. Ze vond een groot stuk bruinkleurig papier met alleen een saai logo van ‘De Bloemenhoek’ er op. Nu ze geen cellofaan om mijn lentebollen kon vouwen waren ook de inpak skills uit haar handen verdwenen:
‘Hoe doe ik dit?’ vroeg ze half in paniek aan haar collega bloemenmeisje. Ook feestelijk in de make up.
‘Gewoon zo,’ ze legde het bruine papier op de toonbank, zette het plastic bakje met lentebollen op het papier en trok de vier punten toen naar boven, ‘en dan er omheen vouwen,’ voegde ze er aan toe.
Het: ‘Oja…’ van mijn bloemenmeisje klonk niet heel geruststellend.

 

Zonder enig gevoel voor esthetiek frommelde ze het saaie papier om mijn bakje bollen. Even twijfelde ze wat te doen met de vier papierpunten, om vervolgens resoluut te besluiten ook die uiteinden tot een knoedel te knijpen en met een brede strook plakband vast te tapen.

 

‘Het is inderdaad niet echt een feestverpakking geworden…’ probeerde ik mijn gevoel voor humor op haar uit.
‘Zal ik er een lintje omheen doen?’ stelde ze me zonnig voor.
‘Dat lijkt me een goed idee.’ Ik kon het haar amper weigeren, al werd mijn bakje lentegevoel op deze manier een travestie van een cadeau: Twee gele linten omlijstte nu een vormloze prop bruin papier.

 

‘Zal ik er een tasje omheen doen?’ vroeg ze nog routineus, maar haar hand had het tasje al van de rol getrokken.
‘Heb je misschien papieren tasjes?’ waagde ik te vragen tegen beter weten in, maar ik speelde mijn idealistische zelf nu tot in de kleinste details.
‘Nee,’ zei ze opnieuw lichtelijk in verwarring, ‘we hebben alleen plastic tasjes.’
‘Dan hoeft het niet, dan gaat het zo wel mee,’ besloot ik principieel.
‘Oké.’ In één beweging verdween het zojuist gepakte en nog ongebruikte plastic tasje in de prullenbak.

 

Verbijsterd liep ik even later met een prop bruin papier en twee gele linten deze winkel van paradoxen uit.

Sorry, het reactieformulier is gesloten op dit moment.