SCHRIJVER

Pendelkind

Gepost door: In: Bijzonder Alledaags 11 Oct 2012 Reactie: 0

AmsterdamDe conducteur hanteert de schoenlepel om ons allemaal in de wagons te krijgen. De trein van Utrecht naar Amsterdam is rond spitsuur een veewagen.

Op het perron staat een gezin: één moeder, twee vaders, een dochter van ongeveer vijf met twee staartjes in haar kroeshaar en een andere dochter in een kinderwagen.

‘Wees je lief? Ik kom je over twee dagen weer ophalen.’ bezweert haar moeder.
‘Jaha…’ laat de dochter weten, en ze klimt de trein in.
‘Dag lieffie!’ moeder trekt het meisje nog even een stukje naar zich toe en geeft haar een dikke zoen. De twee vaders tillen daarna broederlijk de kinderwagen de trein in, waarna de tengere vader – met brilletje en dunne rastasik – ook de trein instapt, terwijl de andere vader – een grote man met zwart pofjack en kortgeschoren kroeshaar – bij de moeder achterblijft op het perron.

De deuren glijden dicht. De trein komt in beweging. De achterblijvende vader en moeder schuiven uit zicht. Het is vol. We kunnen niet zitten. Ik blijf staan op het balkon en rommel wat met mijn telefoon. Er lijkt in deze tijd geen andere manier meer te bedenken om de wachttijd te doden dan prutsen met een smartphone.

‘…w…e…l…k…o…m… Welkom!’ klinkt het naast me. Het meisje wijst de letters aan op het bordje tegen de wand van de wagon. Haar vader knikt. ‘Volgende woord.’ zegt hij kortaf, maar niet onvriendelijk.

Eén voor één spelt het meisje de letters op het bordje. Haar vader als strenge maar geduldige leraar naast haar, moedigt haar aan om door te lezen tot ze de hele zin kan zeggen: ‘Welkom bij NS. Om de reis zo aange…’ het meisje hapert even, maar gaat dapper verder, ‘aan-ge-naam.., aangenaam! moge… mo-ge-lijk, mogelijk te laten ver… ver-lo-pen, gelden er enk-e-le huis-re-gels in de-ze trein. Een prett-ige reis gewenst!’ ze kijkt triomfantelijk naar haar vader.
‘Ja, dat is goed.’ is het bondige maar welgemeende commentaar van haar vader.

De aandacht van het meisje verschuift naar buiten de trein: ‘Waar komen al die stenen vandaan, pappa?’ Ze wijst naar de steenslag tussen de rails. Er valt een korte stilte. Een stilte die voor vermoeide hoofden van volwassenen een kleine oase van rust is en in een nieuwsgierig kinderbrein juist een oneindigheid lijkt. Een oneindigheid waarin in de kinderhoofdjes opnieuw wezenlijke vragen ontstaan: ‘Pappa? Hoe is de aarde eigenlijk ontstaan?’ Haar vraag is nu nog even luchtig als de betekenis van de woorden die ze net zelf heeft opgelezen van het NS bordje voor haar moeten zijn.

‘Dames en heren. Over enkele minuten arriveren we op Amsterdam Centraal, maar nu eerst Amsterdam Amstel.’ Schalt de intercom van de trein.
‘We zijn er bijna!’ roept het meisje afgeleid van haar eigen vraag. Saved by the bell this time. Maar er komen nog dagen dat vader met de billen bloot moet.

‘Amsterdam is de beste.’ reageert vader op het naderen van zijn geliefde thuisstad.
‘Ajax vind ik saai.’ meldt zijn dochter prompt uit de grond van haar hart. De ogen van haar vader ontmoeten de mijne. Ik trek mijn wenkbrauwen op, alsof ik quasi verbaasd ben deze blasfemie van zijn dochter te moeten horen. De jonge vader lacht hardop om ons kleine verbondje te bevestigen.

‘Dat is een week straf.’ belooft vader zijn dochter niet geheel serieus.
‘Nee hoor,’ zegt dochterlief wijsneuzig, ‘ik mag zelf kiezen. Ik vind Utrecht veel leuker.’
‘Dat is twee weken straf!’ zegt haar vader quasi boos, maar hij heeft deze slag al lang geleden verloren en dat weet hij.
‘Niet!’ roept het meisje, ‘Anders zeg ik het tegen mamma, dat ik daarom straf heb.’
‘En dat is drie weken straf.’ zegt vader, hij lacht er bij en geeft zijn dochter een knuffel.

Een ritueel duel tussen vader en dochter en een moeder in Utrecht dat nu nog eindigt in een status quo.

Leave a Reply