Haar rug is krom. Krommer dan een kram. Het is geen bochel, hoewel in deze streek de bochel nog algemeen voorkomt. Haar rug is gewoon krom. Nou ja, gewoon krom… bijna karikaturaal krom. Ook een streekkenmerk… Zoals de heks in sprookjes van Disney er uit ziet. Hoe komen de mensen hier zo krom? Worden ze speciaal zo gemaakt? Voor de folklore? Om een echte Franse ambiance te creëren? Of zit er iets in het water? Of in de wijn…?
Met kleine afgemeten passen schuifelt de kromme vrouw voor me uit. In haar hand heeft ze een ouderwetse ijzeren sleutel van reuzenproporties. De eeuwenoude eikenhouten deur oogt massief. Het smeedijzeren hang- en sluitwerk is solide. Achter dit hang- en sluitwerk bevindt zich de kelder, de wijnkelder van Domaine de La Garde. Hier kom je zonder sleutel niet binnen.
Met kleine afgemeten passen schuifel ik achter de kromme vrouw voor me aan. Het is koel onder deze gewelven. De lucht is vochtig. Bedompt. Even heb ik de sensatie dat de lucht die ik inadem door een Franse boer is uitgeademd, honderden jaren geleden. Die atmosfeer hangt in deze wijnkelder. En toch is het hier een verademing ten opzichte van de droge hete buitenlucht.
Tussen de rijen wijnvaten schenkt de kromme vrouw me een glas wijn in. Vingers om het glas, om de wijn met mijn hand iets op te warmen, versneld te chambreren. In mijn hand wals ik de wijn in het glas vervolgens rustig in het rond. De wijn huilt tegen het glas. Na het rijpen in houten vaten moet het toch nog jonge rode nat nu diep ademhalen. Zoals een baby na de bevallig even de longen schoon moet huilen. De zuurstof reageert met de koolstofketenen in de wijn en activeert zo de nog jonge aroma’s. Ik steek mijn neus diep in het glas en snuif luidruchtig het bouquet op. Heerlijk!
‘Coteaux du Quercy. Le vin, Coteaux du Quercy, un cépage…’ zegt de kromme vrouw trots. In steenkolen Frans; zodat ik haar kan verstaan.
Ik knik, tuit mijn lippen en beweeg met een theatraal gebaar mijn hand met het glas naar mijn mond. Ik tuit nogmaals mijn lippen, ditmaal om de rand van het glas, en slurp. Een klein slokje wijn vloeit op het puntje van mijn tong. De tannine verspreidt zich door mijn mond. De vorm van het glas bepaalt de plaats waar de wijn het eerst op de tong valt en welke smaakpapillen het eerst geprikkeld worden.
De Coteaux du Quercy is een cépage van, 60% cabernet franc en verder merlot, côt (malbec), tannat en gamay. Ik fluit achterwaarts, door met getuite lippen de lucht naar binnen te zuigen, op die wijze klotst de wijn door mijn mond langs alle smaakpapillen. Het lichte rode fruit van de merlot voor in de mond, de iets zwaardere houttonen van de cabernet franc op de zijkant van mijn tong en de stevige afdronk van de malbec achter in mijn keel. Lekker wijntje!
Met kleine afgemeten passen schuifelt de vrouw de wijnkelder uit. In beide handen torst ze een kistje Coteaux du Quercy. Ze loopt er krom van…