We zijn in blijde verwachting. De première was geweldig. De show spectaculair. Geen van de acteurs is uit het kostuum gevallen. De muziek van Elton John ontroerde toch weer… En nu wachten we af. Met ons glas in de aanslag. De ambiance is poep chic. De hapjes haute cuisine. De dress code ‘black tie’: Heren hebben een glanzende smoking aan en de dames dragen cocktail japonnen van dunne stof met een open ruggetje. We wachten op de cast & crew; ze komen nu elk moment van die trap af.
‘Champagne!’ In mijn oortje hoor ik de ironische commentaren van Gert Jan Dröge. Zijn geest waart als het spook van de opera nog rond in het circustheater van Scheveningen.
Voor aanvang nog even schuifelen over de rode loper, in de rij voor genodigden: Ingang ‘Nala’. Ingang ‘Simba’ is vlak naast Nala en voor de nodige genodigden – de gasten die er bij moeten zijn – die rij is een stuk korter. Aan weerszijde van de rode loper dromt het volk samen om zich te vergapen aan ons opgedofte bofferds die naar binnen flaneren. De nouveaux riche van Nederland. En de mazzelende krabbelaars die via via een kaartje hebben gekregen voor dit gala. Mensen in een gehuurde smoking die selfies maken op de rode loper…
De cast & crew zijn fashionably late. Drie dames met een open ruggetje worden wat ongeduldig. ‘Het wankelen op hun pumps en het rondkijken alsof ze op de bus staan te wachten verraden dat deze dames mazzelende krabbelaars zijn via het via via circuit,’ leer ik via mijn oortje. Zelf oefen ik heel onopvallend mijn pose. Linkerhand nonchalant in broekzak. Glas champagne casual op heuphoogte. Ironische grijns op mijn gezicht waarmee ik nog alle kanten op kan.
Hoe anders geeft de geblondeerde madonna in haar lange beige japon een acte de présents. Met een decolleté tot vlak boven haar navel is het mij een raadsel hoe haar borsten op hun plaats blijven zitten, terwijl ik van haar toch ruim zicht krijg op haar halve manen en ik ook uitgebreid de tijd neem om dit kunstwerk te bekijken. De geblondeerde madonna beweegt zich echter gracieus, zelfverzekerd en doelgericht, met een bewuste vertraging in haar bewegingen; ze is niet eager, ze is al lang thuis en dat weet ze.
‘En, hallo! Daar zìjn we weer!’ roept Gert Jan in mijn oortje. Ik kijk om me heen en zie: Jan des Bouvrie! In levende lijve en hoogst eigen persoon. Het adagium ‘alles wit’ geldt inmiddels ook voor zijn haarkleur. Hij loopt wat voorovergebogen. Jan is een beetje die oude seniele oom geworden die je niet uitnodigt voor je feestje, hij komt gewoon en je kan hem niet weigeren. Vroeger ingang Simba, nu ingang Nala, of eigenlijk de noodingang. Zijn decorum is echter nog in takt. Schrijf Jan niet af. ‘En om eerlijk te zijn mis je de man toch ook als hij er niet bij is: Een gala is pas een gala als Jan er is geweest…’ becommentarieert Dröge dubbelzinnig, ‘Champagne!’
Nog steeds geen zicht op een aanstaande trapscène… Iemand heeft inmiddels pizza besteld. Het personeel loopt rond met opengeklapte dozen van Domino’s. In gedachte stel ik me de scène voor waarin de Marokkaanse bezorgers met integraalhelmen op zelf de pizzapunten zouden ronddelen. Volgens mijn oortje is dat mogelijk een racistische gedachte. Mijn aandacht wordt echter getrokken door twee kirrende actrices, die ik herken van televisie. Ze wijzen naar de puntzakken patat die worden binnengedragen
Het kan nu niet lang meer duren… Ome Albert zelf heeft nog snel een rendez vous met ex Onno. Ex Onno kwam aanlopen, met een snelheid alsof hij ome Albert straal voorbij zou lopen, tot hij op het laatste moment, op gelijke hoogte van zijn voormalig ego gekomen, plotsklaps een hoek van 90 graden maakte en voor zijn neus stilstond. Geneusd werd er vervolgens niet. Wel gekeken. Lippen bewogen wel, maar zeiden: ‘Hoi’ en ‘Hai’. En daar stond ex Onno… ‘Champagne!’ merkte Dröge op.
Net voordat onze spanningsboog knapte onder het geweld van drank en een vette bek staat de stoet bovenaan de trap, om trede voor trede naar ons af te dalen. ‘Het was me het feestje wel…’ verzucht mijn oortje. Gaat het weer een beetje, meneer Dröge? ‘…’