‘Noem eens een merknaam van een geiser, dames!’
De activiteitenbegeleidster heeft een wit doosje voor zich op tafel staan. Eén voor één tovert ze kaartjes uit dat doosje. Er staat één woord op het kaartje: Een merk. Uit vervlogen tijden. Tijden waarin de vijf dames op leeftijd nog jonge meiden waren en kwiek van geest.
‘Had u thuis een Fasto? Of een Juncker?’ vraagt de activiteitenbegeleidster.
‘Ja!’ antwoordt een van de dames.
‘Een Fasto, of een Juncker?’
‘Jaha…’ zegt de dame, ze klinkt overtuigd.
‘U had waarschijnlijk een Fasto. Dat waren de eerste geisers in Nederland,’ meent de activiteitenbegeleidster.
De dame op leeftijd zwijgt.
Het kaartje van de geiser wordt terug in het witte doosje gestopt. De activiteitenbegeleidster vist een nieuw kaartje uit het doosje.
‘DMC!’ kraait ze.
De dames kijken stoïcijns langs haar en elkaar heen naar een onbekend punt in de verte. Naar de muurschildering van een gans. De tuin in. Daar is een grasveld te zien, met drie olifanten, van brons.
‘Wie heeft er vroeger geborduurd?’ Vijf paar ogen kijken de activiteitenbegeleidster glazig aan. ‘Borduren…’ probeert ze nogmaals, ‘u heeft vast geborduurd, mevrouw van der Horst.’
‘Jaha…’ beaamt mevrouw van der Horst geconditioneerd.
‘En dat deed u vast met DMC…’
‘Jaha…’
‘…die hadden kant en klare pakketten, met naald, verschillende kleuren garen en patronen die je kon namaken.’
‘…’
Mevrouw van der Horst kijkt glazig voor zich uit.
‘En merklappen maken, op thema – over verschillende soorten taarten of tuinvogels – dat deed u vroeger vast ook…’
Mevrouw van der Horst heeft definitief haar interesse in de ooit legendarische borduur manie verloren.
Eén van de andere dames buigt met stijve rug naar voren en graait naar het lepeltje op haar schoteltje. Nog met gestrekte arm werpt ze het roermiddel in haar kopje. Door de plons gutst er een golf zwarte koffie over de rand. Ze weet nog net haar koekje van het schoteltje te redden van de zompigheid.
Het ene na het ander kaartje uit het witte doosje wordt opgelezen en van een wervend praatje voorzien. De activiteitenbegeleidster maakt van de trip down memory lane een polygoon reclamespot. Singer naaimachines. Jeager ondergoed. Jansen en Tilanus, een begrip, toen, toen geluk nog heel gewoon was en consumentisme nog een deugd.
Gebiologeerd kijk ik naar de dames op leeftijd en hun uurtje aandacht. Mijn hoofd wordt in slaap gesust. Mijn hersenen verweken tot een grijze pap onder mijn schedeldak. Een brei met lettervermicelli braakt alleen nog merken en slogans van mijn jeugd op: Flippo’s van Smiths, Super Soaker waterpomppistolen, Tamagotchi kuikens, My First Sony walkmans, ‘armbandje die je om je pols kon slaan,’ Wirrel Warrel foam kubus puzzels, Furby’s, Happy Hardcore, Macarena. Toen heette Twix nog Raider, betaalde we met guldens en keken we allemaal tegelijk naar dezelfde televisieprogramma’s…
Met mijn laatste menselijke krachten ruk ik me los van de verbale hypnose, voordat de totale dementering begint.